Kruispunten in het verkeer zijn lastig. Een kruispunt dwingt je op te letten. Te letten op verkeer. Maar ook om de juiste richting op te gaan. Soms zijn ze beveiligd door verkeersborden of verkeerslichten. Dat maakt een kruispunt een stuk makkelijker en veiliger.
Kruispunten in je leven zijn nog lastiger. Het stikt ervan. Waar je in het verkeer nog redelijk makkelijk terug kan na een verkeerde richting, kan dat in het leven vaak niet meer. Waar je op de weg vaak nog kan vertrouwen op wegwijzers, routeplanners, gps of kaarten, ligt dat in je leven wat lastiger. En als je niet uitkijkt botst je ook op anderen.
Ik sta nu op een kruispunt waar ik de weg even kwijt ben. Er staan geen wegwijzers die me kunnen helpen. Ik zie niets aan de horizon dat een oplossing biedt. Alles is even mistig. Ga ik verder? In welke richting? Of parkeer ik mezelf even langs de kant en geef steun aan anderen die ook bij dit kruispunt komen?
Wat ik ook ga doen. Welke weg ik ook ga inslaan, loslaten van mijn ziekte is nodig om verder te kunnen. Door die ruimte kan ik mijn beperkingen accepteren en me richten op morgen. Op weg naar een nieuwe toekomst.